Wat is obstipatie?
Constipatie is moeilijk te vatten in een definitie die voor iedereen opgaat. De frequentie van de ontlasting verschilt van persoon tot persoon en kan gaan van drie maal per dag tot drie maal per week. In het algemeen spreken we van verstopping of obstipatie als er minder dan driemaal per week ontlasting is. Meestal lukt stoelgang maken in zulke gevallen enkel door heel hard te persen en blijft het gevoel dat de darm niet volledig leeg is.
Als het probleem van verstopping van de darmen langer dan zes maanden aanhoudt, spreken we van 'chronische obstipatie' of constipatie.
Constipatie treedt op wanneer de ontlasting te lang in de darm blijft. De ontlasting bestaat voor ongeveer tachtig procent uit water. Als de stoelgang niet geëvacueerd wordt, droogt hij langzaam uit, verhardt hij en valt uiteen. Uiteindelijk krijgen we harde en moeilijk te verwijderen uitwerpselen.
De oorzaken van verstopping kunnen liggen in de voeding, beweging, leefgewoontes, een andere aandoening (te traag werkende schildklier, suikerziekte, glutenintolerantie, verhoogde calciumspiegel, bepaalde ontstekingen van de darm, kanker, Parkinson enz.), medicatiegebruik (codeïne is hier een goed voorbeeld van) of een combinatie van deze factoren. Bejaarden, zwangeren en zwaarlijvige personen hebben meer kans op verstopping. Ook emotionele problemen, stress en depressies kunnen moeilijkheden veroorzaken.
Lees meer
Lees minder
Wat kan ik er zelf aan doen?
- Drink voldoende water, liefst meer dan 1,5 liter per dag. Wanneer je iets drinkt op nuchtere maag, breng je je darmen op gang. Ideaal om nuchter te drinken is een glas (lauw) water of fruitsap. Vermijd echter koffie, alcohol en thee. Deze kunnen tot uitdroging leiden en de stoelgang harder maken en bemoeilijken.
- Beweeg voldoende. Regelmatig fietsen, wandelen of zwemmen is zeker geen overbodige luxe.
- Ga naar het toilet als je drang voelt. Stel dit niet uit. De prikkel tot ontlasting kan anders verdwijnen en naarmate de ontlasting langer in de darm blijft, droogt deze meer uit, waardoor de stoelgang pijnlijker wordt. Probeer een (dagelijkse) routine in je stoelgang te krijgen, waarbij je je elke dag rond hetzelfde tijdstip ontlast. Neem de tijd en probeer je te ontspannen. Zet eventueel een bankje onder je voeten zodat je houding wat gehurkt is. Vermijd te hard persen, omdat hierdoor aambeien kunnen ontstaan.
- Neem de tijd om goed te kauwen.
- Let op je voeding.
Vermijd bananen, chocolade, beschuit, wit brood, bosbessensap, kaneel, witte rijst, langgetrokken thee, toast, overdreven veel vlees, alcohol en koffie.
Probeer wit brood, pasta enz. te vervangen door de volkoren varianten.
Eet voldoende vezelrijke voeding zoals groenten, fruit (kiwi's, sinaasappelen, pruimen, druiven, frambozen, vijgen, kersen, aardbeien), noten, volkorenbrood of donkere broodsoorten en peperkoek.
De vezels bevorderen de vorming van stoelgang en de voorstuwing ervan door de darm. Je kunt ook tarwezemelen aan de maaltijd toevoegen (bijvoorbeeld in soep, yoghurt). Dit wordt niet aangeraden voor bejaarden omdat hun darmen hier minder goed mee kunnen omspringen.
- Sla het ontbijt niet over. Dit brengt je darmen op gang. Probeer op regelmatige tijdstippen te eten.
- Het kan nuttig zijn af en toe een lepeltje olijfolie of andere koudgeperste plantaardige olie (bvb. lijnzaad-, soja- of notenolie) toe te voegen aan de maaltijd.
- Wanneer je te veel lucht inslikt, kunnen er krampen, gasvorming of winderigheid ontstaan. Lucht inslikken kan door het kauwen van kauwgom, drinken met een rietje en roken. Ook door tegelijk te eten en te drinken kan veel lucht worden ingeslikt. Ook bij het tegelijkertijd eten en praten slik je lucht in.
Lees meer
Lees minder
Wat vertel ik aan mijn apotheker?
Vertel hoe vaak je er last van hebt en welke middeltje je al geprobeerd hebt.
Lees meer
Lees minder
Wat kan mijn apotheker voor mij doen?
Laxativa of laxeermiddelen zijn geneesmiddelen die de stoelgang vergemakkelijken. Ze kunnen gebruikt worden om darmverstopping te bestrijden of om de darm te ledigen voor een geneeskundig onderzoek, een operatie of andere ingreep in de darmen.
Bij vaak terugkerende verstopping van de darmen worden zachte middelen, die meestal binnen één dag of enkele dagen werken, aangeraden. Deze laxativa mogen gedurende een langere periode gebruikt worden. Bij een zeldzame verstopping kunnen contactlaxativa relatief snel verlichting geven. Deze geneesmiddelen prikkelen echter het darmslijmvlies en mogen niet regelmatig gebruikt worden.
- De zwelmiddelen: Ze vergroten het volume van de stoelgang, waardoor de voortbeweging ervan door de darmen gestimuleerd wordt. Het is belangrijk dat voldoende vocht wordt gedronken tijdens de behandeling. Als er onvoldoende gedronken wordt, kan de de stoelgang indikken en wordt de stoelgang bemoeilijkt (opgelet bij bejaarden die onvoldoende drinken). Vezels en zemelen zijn minder geschikt voor bejaarden omdat hun darmen deze moeilijker kunnen verwerken.
Voorbeelden hiervan zijn Ispaghula en Sterculiagom, vezels en zemelen.
- Vloeibare paraffine: Paraffine verweekt de darminhoud en vergemakkelijkt het voortstuwen ervan door de darm. Paraffine wordt best rechtopstaand of zittend ingenomen om verslikken te vermijden. Ga binnen twee uren na inname van paraffine zeker niet liggen om te vermijden dat er paraffine in de longen komt. Mensen met slikproblemen of bedlegerige patiënten moeten daarom de inname van paraffine vermijden. Paraffine kan de opname van voedingsstoffen, vetoplosbare vitamines (A,D,E,K) en van sommige medicatie verminderen door een versnelde transit (doorgang door maag en darmen).
Paraffine neem je daarom best minimaal twee uren vóór of na de hoofdmaaltijd of andere medicatie in.
- Osmotische laxativa: Deze laxativa worden niet door het lichaam opgenomen en trekken water aan naar de darm. Hierdoor vergroot de hoeveelheid vocht in de darm en de omvang van de stoelgang. De voortbeweging door de darm gaat vlotter. De voornaamste nevenwerking van deze laxeermiddelen is voorbijgaande winderigheid.
Voorbeelden hiervan zijn Lactulose, Lactitol, Sorbitol, Macrogol en Fosfaatlaxativa.
- Contactlaxativa: Ze verhogen de voortstuwingsbeweging van de dikke darm en de uitscheiding van water, eiwitten en ionen. Deze laxativa werken sneller dan de meeste andere laxativa die via de mond ingenomen worden. Als contactlaxativa 's morgens nuchter ingenomen worden, werken ze na ongeveer vijf uren. Bij inname 's avonds is er pas effect na acht tot tien uren, maar is er minder risico op darmkrampen.
Het gebruik van deze middelen moet beperkt blijven tot enkele dagen. Zij kunnen de darmen lui maken. Gebruik ze daarom niet langer dan 3 dagen zonder medisch advies.
Voorbeelden zijn antrachinonen (Senna bijvoorbeeld), Bisacodyl, Bisoxatine en Picosulfaat.
- Laxeermiddelen voor rectaal (via aars) gebruik: tot deze groep behoren de zetpillen en de lavementen. Lavementen versnellen het leegmaken van de darmen.
Voorbeelden: fosfaatzouten
- Ook bepaalde geneesmiddelen kunnen verstopping als bijwerking geven: bepaalde pijnstillers (codeine, morfine), antidepressiva, zuursecretieremmers, anticholinergica, produkten op basis van ijzer, antiparkinsonmiddelen en nog andere. Veelvuldig gebruik van laxativa, van thee en andere natuurlijke middelen tegen verstopping zorgen er voor dat de verstopping op lange termijn blijft bestaan.
- Laxerende thee's en heel wat 'natuurlijke middelen' moeten vermeden worden tijdens de zwangerschap.
Lees meer
Lees minder
Wanneer ga ik best naar de huisarts?
- Verstopping bij kinderen jonger dan 12 jaar.
- Wanneer je last hebt van ernstige maagkrampen.
- Wanneer je stoelgangspatroon gedurende meer dan twee weken verstoord is.
- In geval van bloed bij de stoelgang, bij misselijkheid, bij braakneigingen, bij gewichtsverlies of indien je geen eetlust meer hebt.
- Indien de gebruikte middelen onvoldoende effect hebben.
- Indien je verstopping te wijten is aan het gebruik van een geneesmiddel.
- Als verstopping en diarree elkaar afwisselen.
- Indien iemand van je familie darmkanker of darmpoliepen heeft (gehad).
- Als je last hebt van verstopping en je neemt één van de volgende medicijnen: geneesmiddelen tegen hartritmestoornissen, geneesmiddelen op basis van digitalis, vochtafdrijvende middelen en minerale corticoïden. Het langdurig gebruik van contactlaxativa kan ons mineraal metabolisme verstoren en is gevaarlijk wanneer men gelijktijdig bovenstaande middelen inneemt.
Lees meer
Lees minder
Obstipatie
- Drink voldoende water, liefst meer dan 1,5 liter per dag. Wanneer je iets drinkt op nuchtere maag, breng je de darmen op gang. Ideaal om nuchter te drinken is een glas (lauw) water of fruitsap. Vermijd echter koffie, alcohol en thee. Deze kunnen tot uitdroging leiden en de stoelgang harder maken en bemoeilijken.
- Beweeg voldoende. Regelmatig fietsen, wandelen of zwemmen is zeker geen overbodige luxe.
- Ga naar het toilet als je drang voelt. Stel dit niet uit. De prikkel tot ontlasting kan anders verdwijnen en naarmate de ontlasting langer in de darm blijft, droogt deze meer uit, waardoor de stoelgang pijnlijker wordt. Probeer een (dagelijkse) routine in je stoelgang te krijgen, waarbij je elke dag rond hetzelfde tijdstip naar het toilet gaat. Neem de tijd en probeer je te ontspannen. Zet eventueel een bankje onder je voeten zodat je houding wat gehurkt is. Vermijd te hard persen, omdat hierdoor aambeien kunnen ontstaan. Voor een goede houding zit je helemaal rechtop de bril, met je rug iets bol, de voeten plat op de grond en de benen iets uit elkaar. Ga niet voorovergebogen zitten, hangen of achterover leunen.
- Neem de tijd om goed te kauwen.
- Sla het ontbijt niet over. Een ontbijt brengt je darmen op gang. Probeer op regelmatige tijdstippen te eten.
- Let op je voeding.
- Vermijd bananen, chocolade, beschuit, wit brood, bosbessensap, kaneel, witte rijst, langgetrokken thee, toast, overdreven veel vlees, alcohol en koffie.
- Eet voldoende vezelrijke voeding zoals groenten, fruit (kiwi's, sinaasappelen, pruimen, druiven, frambozen, vijgen, kersen, aardbeien), noten, volkorenbrood of donkere broodsoorten en peperkoek. De vezels bevorderen de vorming van stoelgang en de voorstuwing ervan door de darm. Je kunt ook tarwezemelen of lijnzaad aan de maaltijd toevoegen (bijvoorbeeld in soep, yoghurt).
- Het kan nuttig zijn af en toe een lepeltje olijfolie of andere koudgeperste plantaardige olie (bvb. lijnzaad-, soja- of notenolie) toe te voegen aan de maaltijd.
- Wanneer je te veel lucht inslikt, kunnen er krampen, gasvorming of winderigheid ontstaan. Lucht inslikken kan door het kauwen van kauwgom, drinken met een rietje en roken. Ook door tegelijk te eten en te drinken kan veel lucht worden ingeslikt. Ook bij het tegelijkertijd eten en praten slik je lucht in.
- Let op met laxeermiddelen. Ze maken de darmen lui. Neem deze nooit op eigen houtje maar vraag steeds raad aan je arts of apotheker.
In sommige gevallen is het raadzaam je arts te raadplegen.
Lees minder
Lees meer