Diabetes hebben betekent niet dat je thuis moet blijven! Er zijn zoveel manieren om comfortabel en gemakkelijk te reizen, dat diabetes geen belemmering hoeft te zijn. Net als mensen met astma of een hartafwijking moet je echter wel voorzorgsmaatregelen treffen. Misschien moet je de controle van je bloedsuiker aanpassen, of je schema voor de maaltijden en insuline, zeker als je tijdzones overschrijdt.
Uiteraard kan je op reis altijd nog op problemen stuiten, hoe goed je je ook voorbereidt. Wat moet je doen als de trein een defect krijgt of het eten in het vliegtuig niet op tijd wordt geserveerd? Volg deze tips voor een voorspoedige reis:
- zorg voor een schriftelijke verklaring van je arts, in de aangepaste taal, waarop je medicatie staat en eventuele andere zaken waarmee rekening moet worden gehouden.
- test je bloedsuiker regelmatig
- Spuit je insuline voor het eten pas als je zeker weet dat je iets zult kunnen eten. Neem altijd een tussendoortje voor noodgevallen mee dat voedzaam is en voldoende energie levert. Een goed voorbeeld hiervan zijn crackers met kaas, een mueslireep of gedroogd fruit en noten. Neem ook altijd een vorm van snelwerkende glucose mee (suikerklontjes of glucosetabletten) voor het geval je een lage bloedsuiker hebt.
- Wanneer je verre reizen maakt, krijg je te maken met tijdsverschillen. Gedurende de reisperiode kan je je bloedsuiker best bijregelen met kortwerkende insuline en iedere 3 uur je bloedsuiker meten. Wanneer je tijdzones passeert, zet dan onmiddellijk bij aankomst je horloge op lokale tijd en vervolg je insulineschema zoals je thuis gewend was. Bespreek vooraf een schema met je arts en/of diabetesverpleegkundige.
- Hou op reis altijd je medicatie, insuline, injectiemateriaal en benodigdheden voor het testen van je glucose in uw handbagage. Zorg er ook voor dat je een identificatiebewijs bij je hebt, met je naam, de naam en telefoonnummer van je arts en/of verpleegkundige.
- Zorg ervoor dat je eventuele vaccinaties tijdig krijgt, omdat je diabetes er korte tijd ontregeld van kan zijn.
- Neem twee keer zoveel insuline en testmateriaal mee als je denkt nodig te hebben. Op sommige plaatsen is het moeilijk om diabetesmateriaal te vinden.
- Vergeet de extra batterijen niet!
- Bescherm de insuline tegen direct zonlicht en tegen zeer hoge en lage temperaturen. Als je gaat vliegen, hou de voorraad insuline dan bij je en bewaar die niet in de bagage die misschien heel heet of koud wordt (in de bagageruimte van het vliegtuig).