Chemotherapie: verzorging

Bij verminderd aantal witte bloedcellen (infecties voorkomen):

  • Neem dagelijks een douche (of een bad) met een mild product. Kies producten die pH-neutraal zijn voor de huid.
  • Was uw handen regelmatig, zeker voor het eten en nadat u naar het toilet bent geweest. Gebruik hiervoor best een milde handreiniger.
  • Wees voorzichtig met het knippen van uw nagels. U moet opletten dat u geen wondjes maakt, aangezien u meer kans hebt op een infectie.
  • Poets uw tanden minstens tweemaal per dag, liefst na de maaltijd en zeker voor het slapen gaan.



Bij een verminderd aantal bloedplaatjes:

  • Gebruik een zachte tandenborstel en tandzijde (flosdraad) in plaats van tandenstokers.
  • Gebruik een elektrisch scheerapparaat in plaats van scheermesjes.
  • Gebruik geen tampons bij menstruatie.
  • Raadpleeg uw behandelende arts als u een tandarts nodig hebt. Laat uw tandarts weten dat u met chemotherapie of andere celremmende geneesmiddelen wordt behandeld. Een tandverzorging veroorzaakt gemakkelijk een bloeding.

 

Bij droge huid en broze nagels:

  • Neem regelmatig een douche met een mild product. Een bad nemen mag, maar het droogt de huid meer uit. Gebruik best niet te warm water. Kies producten die pH-neutraal zijn voor de huid.
  • Gebruik ook een bodymelk na de douche of het bad. Dit zal de huid extra voeden en dus minder droog maken. Kies producten die pH-neutraal zijn voor de huid en liefst zonder parfum.
  • Indien u last heeft van een droge huid in het gelaat, kies dan voor een zeer milde reinigingsmelk met reinigingslotion. Daarna gebruikt u best een dagcrème die aansluit bij uw droge huid. Zorg ervoor dat uw huid ook niet te vet wordt.
  • Voor broze nagels bestaat er nagellak om ze te verstevigen. Er zijn ook voedingssupplementen voor broze nagels. Bespreek wel altijd met uw arts welke producten u wel of niet mag gebruiken. Dit kan verschillend zijn van persoon tot persoon.

 

Bij misselijkheid en braken:

  • Spoel uw mond, eventueel met mondwater, na het braken.
  • Was uw handen na het braken, best met een milde handreiniger.

 

Bij smaakverandering – reukverandering – irritatie en/of ontsteking van het mondslijmvlies:

Tanden poetsen:

  • Gebruik een zachte of medium tandenborstel. Vervang uw tandenborstel minstens om de twee maanden.
  • Poets uw tanden minstens tweemaal per dag, en liefst na elke maaltijd en voor het slapengaan.
  • Spoel na het poetsen uw tandenborstel grondig met lauw water en bewaar hem droog.
  • Borstel regelmatig zachtjes uw tong. Dit kan met uw tandenborstel. Een beslagen tong veroorzaakt dikwijls een slechte smaak en slechte adem.
  • Als uw arts geen mondspoelingen heeft voorgeschreven, mag u een klassieke tandpasta met fluor gebruiken.
  • Een elektrische tandenborstel moet zeer voorzichtig gebruikt worden. Spoel na het poetsen de borstelkop grondig met lauw water en bewaar deze droog. Vervang de borstelkop minstens om de twee maanden.
  • Tussen de tanden kunt u de tandplak verwijderen door eenmaal per dag gebruik te maken van tandzijde. Gebruik liever geen tandenstokers, die kunnen uw tandvlees beschadigen.
  • Als u mondspoelingen moet doen, gebruikt u best tandpasta zonder NLS (natriumlaurylsulfaat), bijvoorbeeld Sensodyne F-gel, Zendium of Meridol.


Mondspoeling:

  • Door de behandeling kunt u vatbaarder worden voor infecties. Hierdoor kan de arts u bijkomende mondspoelingen voorschrijven. Het gebruik van een mondspoeling vervangt in geen geval het tandenpoetsen.
  • Poets altijd eerst uw tanden, daarna pas mondspoeling gebruiken.
  • Mondspoelingen op basis van chloorhexidine (bijvoorbeeld Perio-aid) hebben een antibacteriële werking. Neem 10 ml mondwater (Perio-aid), dit mag eventueel verdund worden in 10 ml water vlak voor gebruik.
  • Spoel minstens 1 minuut, eventueel opgesplitst in driemaal 20 seconden. Tweemaal spoelen per dag is voldoende. Het actief product blijft 8 tot 12 uur nawerken.

Tandprothese:

  • Reinig uw prothese minstens eenmaal per dag.
  • Laat ’s nachts en bij een pijnlijke mond de prothese uit. Bewaar uw prothese droog en reinig ze voor u ze weer in uw mond plaatst.
  • Spoel uw prothese na iedere maaltijd af onder stromend water.
  • Neem de prothese enkele uren per dag uit uw mond om uw slijmvlies wat rust te geven. Bij ontsteking of aftvorming van het mondslijmvlies laat u de prothese uit en raadpleegt u de arts.
  • Tijdens periodes waarin uw arts het gebruik van een mondspoeling adviseert, borstelt u de prothese eerst met een chloorhexidine-oplossing (bijvoorbeeld Perio-aid) voor u ze in de mond brengt.


Mondinspectie:

  • Bekijk af en toe uw mond in de spiegel, eventueel met een lampje. Kijk naar uw lippen, tong, de binnenzijde van de wangen, onder de tong en naar het verhemelte. Kijk of u geen wondjes, aften, blaasjes, zweertjes, witte stipjes op de tong, … heeft. Wanneer u deze veranderingen merkt in uw mondslijmvlies kunt u best uw arts raadplegen.
  • Bij droge lippen of wanneer uw lippen gebarsten zijn, kunt u ze dun insmeren met een voedende lippenstick of lippenbalsem.
  • Bij een droge mond kunt u de speekselklieren stimuleren door een suikervrij zuurtje of kauwgom (met xylitol) te nemen.

 

Bij diarree of bij constipatie:

  • Maak uw huid schoon met zacht toiletpapier (niet schuren).
  • Was al deppend met een niet-geparfumeerde zeep. Spoel overvloedig met lauw water.

 

Bij haarverlies:

  • Haaruitval gaat gepaard met jeuk op het hoofd en begint 14 tot 16 dagen na de eerste toediening. Uw haar begint meestal twee tot drie maanden na het stoppen van de therapie terug te groeien. Soms heeft het een andere kleur. Ook de structuur kan anders zijn. Zo kan uw nieuwe haar krullend zijn in plaats van glad of omgekeerd.
  • Haarverlies kan u emotioneel ontredderen. Het is normaal dat u soms overstuur raakt, kwaad bent en dat u zich hopeloos, droevig, angstig of verlegen voelt. Praat over deze gevoelens met uw familie, vrienden, arts, verpleegkundige en anderen als u daar behoefte aan hebt.
  • Het is belangrijk dat uw hoofdhuid beschermd blijft om afkoeling te vermijden. Dit kan met een pruik maar uiteraard kunt u ook voor een sjaal, een hoed of een pet kiezen. Zet uw pruik nu en dan af om uw hoofdhuid te laten ademen.
  • Voor het begin van de behandeling wordt met u besproken of een pruik nodig zal zijn en, zo ja, waar u die kunt aanschaffen. U krijgt een attest, zodat u een deel van de kosten van de pruik kunt terugvorderen van uw ziekenfonds.
  • Misschien kunt u wat meer make-up gebruiken als uw ogen dat verdragen. Kies altijd voor make-up die past bij een zeer gevoelige huid.
  • Uw behandeling maakt het haar dunner of geeft haarverlies. Haarverdunning of haarverlies is tijdelijk. Doordat haarverlies een bijwerking is van uw behandeling, zijn er geen goede maatregelen om het te vermijden.
  • Wees voorzichtig bij de verzorging van uw haar. Was het met lauw water. U kunt een anti-age shampoo en crèmespoeling gebruiken om dunner wordend haar toch wat meer kracht en volume te geven. Let op dat deze mild zijn voor de hoofdhuid.
  • Droog het haar voorzichtig.
  • Gebruik een zeer zachte borstel of een kam met ver uit elkaar staande tanden. Begin onderaan te kammen en eindig bovenaan.
  • Het is af te raden om een permanent te nemen, krulspelden of haarspray te gebruiken. Kleur uw haar niet tijdens de behandeling.
  • Sommige mensen vinden het minder hinderlijk als hun haar kort wordt geknipt voordat het gaat uitvallen. Anderen hebben liever dat het op voorhand al kort is.
  • Raadpleeg uw arts wanneer u vragen heeft over haarverlies en de verzorging van uw haar.