Wat is een manisch-depressieve stoornis?
Mensen met een manisch-depressieve stoornis hebben hevige stemmingswisselingen, zonder dat daar een duidelijke aanleiding voor is. De stemmingen bewegen van het ene uiterste naar het andere: van manie naar depressie. Bij een manie hoort een uitgelaten en opgewekte stemming. Men voelt zich energiek en heeft het gevoel de hele wereld aan te kunnen. Het tegenovergestelde is een depressie: een sombere stemming, waarin aan niets plezier wordt beleefd en men zich erg onzeker en moe voelt. De manische en depressieve periodes worden episodes genoemd. Tussen de episodes is de stemming in evenwicht. Hoe vaak episodes voorkomen en hoe lang ze duren, verschilt van persoon tot persoon.
Kenmerken van een manie
gedachten en gevoelens
- overdreven uitgelaten;
- onoverwinnelijk voelen;
- direct behoefte willen bevredigen (bijvoorbeeld meteen auto willen kopen);
- concentratieproblemen;
- te veel zelfvertrouwen;
- chaotische gedachten.
lichamelijk
- slaapstoornissen (verstoord dag- en nachtritme);
- uitputting;
- gewichtsverlies;
- veel energie;
- onrust;
- meer behoefte aan seks.
gedrag
- snel praten;
- actief zijn;
- makkelijk contact maken;
- impulsief en extreem gedrag;
- drank en drugs gebruiken;
- aan veel verschillende dingen beginnen maar niets afmaken.
Kenmerken van een depressie
gedachten en gevoelens
- prikkelbaarheid;
- angst;
- minder gevoel hebben;
- schaamte- en schuldgevoel;
- negatieve opvattingen over zichzelf;
- onzekerheid;
- idee dat alles zinloos is;
- schuldgevoelens;
- concentratieproblemen;
- piekeren;
- uitstellen van beslissingen;
- denken aan de dood.
lichamelijk
- slaapstoornissen (verstoord dag- en nachtritme);
- eetproblemen;
- gespannenheid;
- lusteloos, weinig energie;
- onrust;
- hoofdpijn;
- minder of geen behoefte aan seks.
gedrag
- contact vermijden;
- minder of niets meer doen;
- in zichzelf gekeerd zijn;
- zichzelf verwaarlozen.
Mensen met een manisch-depressieve stoornis gebruiken vaker alcohol en drugs en hebben vaak ook andere psychische stoornissen, zoals angststoornissen. Een groot deel van de mensen is tijdens een ernstige episode een of meerdere keren psychotisch geweest. Tijdens een psychose denkt men niet meer realistisch na (wanen) en neemt men dingen waar die er niet zijn (hallucinaties). Een psychose komt meestal voor tijdens manische episodes, soms ook bij depressies.
Een manisch-depressieve stoornis kan behandeld worden met medicatie en psychotherapie. Daarnaast zijn er nog andere therapieën. Vraag meer informatie aan je behandelend arts.
Lees meer
Lees minder
Welke zijn de oorzaken?
Waarom iemand een manisch-depressieve stoornis krijgt is niet geweten. Wel is geweten dat sommige mensen een aangeboren aanleg hebben en er gevoeliger voor zijn dan anderen. Dat hoeft niet te betekenen dat zij ook altijd een manie of depressie zullen krijgen. Hiervoor is er een aanleiding nodig, iets waardoor de manisch-depressieve stoornis wordt ‘uitgelokt’.
Uitlokkende factoren:
- Ingrijpende gebeurtenis, bijvoorbeeld:
- overlijden naaste;
- ontslag;
- relatiebreuk.
- Verandering in slaappatroon, bijvoorbeeld bij:
- verstoring dag- en nachtritme (niet of minder slapen).
- seizoenswisselingen (eerder wakker worden als het vroeger licht wordt, neiging vroeger te gaan slapen als het eerder donker wordt).
- Medicatie.
- Alcohol en drugs
Lees meer
Lees minder
Wanneer dien ik een arts te raadplegen?
Contacteer je arts wanneer je jezelf herkent in de kenmerken van een manisch-depressieve stoornis. De arts zal samen met je de mogelijke behandelingen bespreken en kan je doorverwijzen voor gespecialiseerde hulpverlening.
Lees meer
Lees minder
Manisch-depressieve stoornis: omgaan met beperkingen
Auto rijden
- Bespreek met je arts of de medicatie die je gebruikt een invloed heeft op je rijvaardigheid.
- Drink nooit alcohol als je met de wagen rijdt. Alcohol kan het effect van medicatie versterken.
- Neem meteen rust of stop meteen met rijden bij volgende symptomen:
- wazig zien;
- slaperigheid;
- concentratieproblemen;
- niet meer goed weten welke route je nam.
Vrije tijd
Kies in je vrije tijd voor activiteiten die je plezier en ontspanning geven. Hierbij zijn er een aantal dingen waar je op kunt letten.
- Houd rekening met je ritme. Kies niet voor activiteiten die je ritme ernstig verstoren of waardoor je te weinig slaap krijgt.
- Houd je grenzen in de gaten. Zorg voor voldoende rust en ontspanning. Te zware activiteiten kunnen je uit balans brengen.
- Wees verstandig bij het uitgaan. Je gaat dan later naar bed dan gebruikelijk en je staat de dag erna later op. Deze verschuiving kan je evenwicht verstoren en een risicofactor zijn voor het ontstaan van een episode.
- Denk aan je medicijnen. De combinatie van bepaalde medicijnen met veel zweten en weinig drinken kan leiden tot medicatievergiftiging (lithium). Drink veel bij warm weer en tijdens het sporten. Vraag meer informatie aan je arts of apotheker.
- Let op met alcohol en drugs. Alcohol en drugs kunnen de effecten van medicatie versterken. Vraag meer informatie aan je arts of apotheker. Gebruik geen alcohol of drugs bij een beginnende episode, de kans is dan groot dat uw situatie verslechtert.
Vakanties
Op vakantie gaan kan veel van je vragen en een risico zijn voor het ontstaan van een nieuwe episode. Hieronder enkele tips die je kunnen helpen je manisch-depressieve stoornis ook op vakantie zo veel mogelijk in de hand te houden.
- Bereid je reis goed voor.
- Begin op tijd met koffers maken.
- Doe eventuele inkopen ruim van te voren.
- Maak een lijstje met wat er nog moet gebeuren.
- Bespreek je vakantieplannen met je arts/psycholoog/psychiater. Stel samen een brief op, in het Engels, met informatie over je manisch depressieve stoornis en de medicatie die je gebruikt. Hulpverleners weten dan waar ze op kunnen letten en je voorkomt ook mogelijke problemen bij de douane in verband met de medicatie die je gebruikt.
- Houd rekening met je medicatie.
- Voorzie voldoende medicatie.
- Stop niet al je medicatie in één koffer, bewaar ook wat in je handbagage.
- Bepaalde omstandigheden kunnen een invloed hebben op de concentratie medicatie (lithium) in het bloed. Bijvoorbeeld bij veel zweten, weinig drinken of diarree. In extreme situaties kun je hierdoor een lithiumvergiftiging oplopen. Bespreek vooraf met je arts op welke signalen je moet letten om gevaarlijke situaties te voorkomen. Wanneer je veel vocht verliest, is het belangrijk de zoutvoorraad aan te vullen. Zorg dat je steeds iets zout bij de hand heeft (zoute drop, zoute koekjes, zoute nootjes,…).
- Pas je ritme geleidelijk aan. Als je naar een land reist met een andere tijdzone, pas dan je ritme thuis al een beetje aan. Ga bijvoorbeeld elke dag iets eerder opstaan en eerder slapen.
- Zorg voor voldoende slaap.
- Reis alleen als je stabiel bent. Wanneer je op reis gaat bij een beginnende episode, is de kans groot dat je situatie tijdens de vakantie verergert.
- Sluit een reisverzekering af waarmee je verzekerd bent voor kosten van een eventuele behandeling in het buitenland en van repatriëring. Neem een annuleringsverzekering voor het geval je de reis moet afzeggen vanwege een (beginnende) episode.
Manisch-depressieve stoornis: episode zien aankomen
Veel episodes kondigen zich min of meer aan. Door voortekens te leren herkennen, kun je snel ingrijpen wanneer dit nodig is en kan een nieuwe manie of depressie soms voorkomen worden.
Mogelijk voortekenen
Manie
|
- veel mensen opbellen, sms’en of mailen;
- makkelijk nieuwe vrienden maken;
- sneller denken en praten;
- gemakkelijk geld uitgeven;
- prikkelbaar zijn;
- minder slapen;
- meer zin in seks;
- veel plannen maken.
|
Depressie |
- minder of juist meer slapen;
- moeilijker op gang komen;
- tegen de dag opzien;
- weinig interesse hebben, verveeld zijn;
- minder of juist meer zin om te eten;
- gevoelens niet meer kunnen uiten;
- meer afstand voelen tot anderen;
- afspraken afzeggen;
- somberheid, pessimisme.
|
Voortekenen leren herkennen
- Leer van de vorige keer. Ga na hoe het bij een eerdere episode mis ging.
- Hoe ging het mis?
- Waarmee begon het?
- Wat waren de eerste tekenen?
- Zoek informatie op over de manisch-depressieve stoornis. Door meer te weten te komen over de stoornis in het algemeen, is het goed mogelijk dat je ‘nieuwe’ kanten van uw eigen manisch-depressieve stoornis leert kennen.
- Houd je stemmingen bij. Zo krijg je een beeld, wat kan helpen om een terugval te zien komen. Noteer bijvoorbeeld dagelijks:
- hoe je je voelt.
- hoe en hoeveel je slaapt.
- welke medicatie je gebruikt.
- wat je die dag gedaan hebt.
- Houd een dagboek bij. Noteer hierin regelmatig je gedachten en gevoelens. Zo word je meer bewust van wat er allemaal in je omgaat.
- Stel een noodplan op. Hierin leg je vast wat er moet gebeuren bij een nieuwe manie of depressie. Dit kun je samen doen met je behandelaar (arts/psycholoog/psychiater). Noteer bijvoorbeeld:
- algemene gegevens (naam, adres, geboortedatum).
- informatie over je manisch-depressieve stoornis.
- welke medicatie je gebruikt.
- gegevens van naasten die men kan contacteren.
- Praat met iemand die je vertrouwt. Het is een manier om jezelf beter te leren kennen en stil te staan bij hoe het eigenlijk met je gaat.
- Zoek professionele hulp. Door af en toe een gesprek te hebben met de huisarts, psycholoog of psychiater kun je praten over hoe het met je gaat en of er gevaar is voor een nieuwe episode. Zij kunnen de eerste tekenen soms eerder herkennen dan jijzelf.
Voorkomen van een nieuwe episode
Als je voelt dat je manisch of depressief wordt, kun je bepaalde maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat je jezelf en anderen geen schade toebrengt.
Enkele voorbeelden van maatregelen:
- Geef je autosleutels aan iemand anders, zodat je niet kunt rijden. Zo voorkom je ongelukken of een boete voor te snel rijden.
- Geef betaalkaarten bij naasten in bewaring. Zo voorkom je dat je grote bedragen kunt uitgeven.
- ... .
Als je voelt dat er een episode nadert, zoek dan meteen hulp.
Veel episodes kondigen zich min of meer aan. Door voortekens te leren herkennen, kun je snel ingrijpen wanneer dit nodig is. Misschien kun je dan een nieuwe manie of depressie voorkomen.
Manisch-depressieve stoornis: ontspannen
Leer stress herkennen en probeer bewust te ontspannen op momenten dat de stress oploopt.
Leer stress herkennen
Hieronder enkele typische verschijnselen bij stress.
- Lichamelijk:
- gespannen spieren;
- klamme handen;
- vaak hoofdpijn hebben;
- slecht slapen;
- hartkloppingen;
- vaak moe zijn;
- hoge bloeddruk.
- Psychisch:
- lusteloos, somber;
- zich machteloos voelen;
- lusteloos, gejaagd;
- snel geïrriteerd.
- Gedrag:
- heel veel of net heel weinig eten;
- alcohol drinken om te kunnen ontspannen;
- regelmatig kalmerende middelen/ slaapmiddelen gebruiken;
- veel klagen, cynisch zijn;
- neiging zich terug te trekken of net heel druk zijn;
- niet meer echt kunnen genieten.
Ademhalingsoefeningen of spierontspanningsoefeningen kunnen helpen om te ontspannen. Denk bijvoorbeeld aan yoga.
Leef gezond
Hoe gezonder je bent, hoe beter je tegen stress of spanning bestand bent.
- Eet gezond en gevarieerd.
- Beweeg voldoende.
- Zorg voor een goede nachtrust.
Besteed aandacht aan sociale contacten
Contact met anderen helpt stress te voorkomen. Doe dingen waar je plezier in hebt. Plan regelmatig leuke en ontspannende activiteiten in, zoals:
- sporten;
- in de tuin werken;
- naar de film;
- uit eten met vrienden, enz.
Lees minder
Lees meer